KAN EEN HOND EIGENAAR ZIJN VAN ZIJN HOK?
De rechtspersoon als zelfstandige drager van rechten en verplichtingen
Volgens de wet staat een private rechtspersoon (NV, BV, stichting of vereniging) wat het vermogensrecht betreft met een natuurlijk persoon gelijk voor zover uit de wet niet het tegendeel voortvloeit. Met andere woorden: de rechtspersoon wordt, net als de natuurlijke persoon, als een rechtssubject erkend, en kan, wederom gelijk de natuurlijke persoon, rechten en verplichtingen hebben, en deelnemen aan het rechtsverkeer. Rechtspersonen kunnen net als natuurlijke personen een huurovereenkomst aangaan, eigenaar zijn van een pand of auto, onrechtmatige daden plegen en procederen.
Er zijn natuurlijke grote verschillen tussen rechtspersonen en natuurlijke personen, bijvoorbeeld wat betreft geboorte, overlijden, trouwen, kinderen krijgen, fusies en noem maar op. Een duidelijk verschil is ook dat je natuurlijke personen kunt zien, voelen en ruiken, maar rechtspersonen niet. En hoewel we rechtspersonen overal in het rechtsverkeer tegenkomen (u koopt bijvoorbeeld uw vliegticket van een rechtspersoon), geeft dat niet-zichtbaar zijn iets mystieks aan rechtspersonen. U heeft wel zaken gedaan met een rechtspersoon, maar u heeft er nog nooit een gezien.
Rechtspersonen zijn, net als bijvoorbeeld landen of eilandgebieden, ‘creaties’ van het recht en in die zin is er dus eigenlijk niets mystieks aan. Ons rechtssysteem verbindt rechtsgevolgen aan het verrichten van bepaalde handelingen: bij een naamloze vennootschap bijvoorbeeld aan de oprichting via een notariële akte. Als aan deze en andere formaliteiten is voldaan dan ‘bestaat’ de naamloze vennootschap als rechtssubject. Dit is enigszins vergelijkbaar met een mondelinge overeenkomst: niemand kan deze als zodanig waarnemen, maar we accepteren wel de juridische gebondenheid daaraan, hetgeen ook kan worden ervaren (degene die wanprestatie pleegt kan door de rechter tot de orde worden geroepen).
In zekere zin is recht datgene waarvan we met elkaar hebben afgesproken dat het recht is. Je zou kunnen zeggen dat het daarbij om de formele legitimiteit gaat: wet- en regelgeving die tot stand komt overeenkomstig de procedures die daarvoor al vast liggen. Natuurlijk zou je nog één of meer stappen terug kunnen doen, om te onderzoeken op grond waarvan de regels die de procedure van totstandkoming regelen, ‘rechtskracht’ hebben. Dat gaat hier te ver en daarover is bovendien al heel veel geschreven. Ik noem hier slechts het boek “On the History of the Idea of Law” van Shirley Robin Letwin (reprinted 2007). Daarnaast noem ik een bijna 90 jaar oud artikel van de hand van John Dewey, The historic background of corporate legal personality, Yale Law Journal (Vol. XXXV, April 1926, No. 6, p. 655-673).
Slechts terzijde merk ik op dat de geschiedenis meer dan eens heeft geleerd dat wetten die op formeel juiste wijze tot stand komen niet altijd goede wetten zijn, en soms zelfs zo slecht, dat de gelding daarvan niet kan worden aanvaard. Ook daarover zijn hele interessante discussies mogelijk. Het volstaat hier, mede door te verwijzen naar wat er met sommige (grond)wetten is gebeurd in en na de Arabische lente, om op te merken dat een rechtssysteem niet in onverwoestbaar beton is gegoten, met andere woorden, dat er een bepaald kritisch maatschappelijk draagvlak nodig is om het systeem zijn gelding te laten behouden.
Terug naar de rechtspersoon. We zien hem niet, maar erkennen wel zijn bestaan en zijn ook bereid er zaken mee te doen. Dat doen we simpelweg omdat ons rechtssysteem zegt dat het kan, en de praktijk laat zien dat het systeem werkt. Natuurlijk kan een rechtspersoon alleen deelnemen aan het rechtsverkeer wanneer hij door één of meer natuurlijke personen wordt vertegenwoordigd. Doorgaans is dat het bestuur. Maar degenen die de rechtspersoon vertegenwoordigen zijn in beginsel niet aansprakelijk voor de verplichtingen die zij namens de rechtspersoon aangaan: dat is de rechtspersoon zelf.
Ons wetboek bepaalt dat eigendom het meest omvattende recht is dat een persoon op een zaak kan hebben. En met persoon wordt zowel de rechtspersoon als de natuurlijke persoon bedoeld. Eigendom kan men hebben van bijvoorbeeld een huis, auto, brood, potlood, een smartphone en een hondenhok. Naar geldend recht kan een hond geen eigenaar zijn van een hondenhok, omdat hij geen persoon in de zin van de wet is. Maar de wet zou kunnen bepalen dat ook dieren eigenaar van zaken kunnen zijn. Dat roept dan natuurlijk wel allerlei vragen op, want dieren kunnen (om maar een voorbeeld te noemen) niet op dezelfde wijze als mensen hun wil vormen en uiten.
De vraag is uiteraard ook of het wel nuttig of zinvol zou zijn om een dergelijke bepaling op te nemen. Als mensen hebben we bovendien de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor het welzijn van dieren, en gezien het feit dat eigendom(skwesties) en oorlogen niet zelden met elkaar samenhangen, kunnen we het onze dieren beter niet aandoen om ze in een positie te brengen waarin ook zij zaken in eigendom kunnen verwerven. Laat de hond maar lekker slapen in een hok en kluiven aan een bot, waarvan zijn baas de eigenaar is!
Karel Frielink
(advocaat)
(9 juni 2014)
.