INTERREGIONAAL PRIVAATRECHT
Welk recht en welke rechter binnen het Koninkrijk?
Op 10-10-’10 is er veel veranderd binnen het Koninkrijk. Curaçao en Sint Maarten hebben bijvoorbeeld een met Aruba vergelijkbare autonome status binnen het Koninkrijk gekregen. Los van enkele aangelegenheden op Koninkrijksniveau, betekent dit onder meer dat zij eigen wetgeving hebben.
Laten we eens naar het rechtspersonenrecht kijken. Nederland heeft een eigen Boek 2 Burgerlijk Wetboek (BW). Curaçao heeft een eigen Boek 2 BW. Sint Maarten heeft een eigen Boek 2 BW. De BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) hebben samen een eigen Boek 2 BW. Aruba heeft (nog) geen Boek 2 BW, maar heeft de NV en AVV geregeld in het Wetboek van Koophandel en de VBA in de Landsverordening Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid. Het rechtspersonenrecht in Curaçao (laatstelijk gewijzigd ingaande 1 januari 2012) is sinds de wetswijziging in Sint Maarten per 1 april 2014 nagenoeg identiek aan dat van Sint Maarten. Voor het overige zijn de onderlinge verschillen groot, en dat allemaal binnen één en hetzelfde Koninkrijk.
Hoewel er wat betreft het burgerlijk recht en strafrecht grote overeenkomsten zijn, zijn er ook behoorlijke verschillen tussen de diverse rechtsstelsels. Denk in dit verband ook aan de regels die betrekking hebben op (het toezicht op en de regulering van) banken, verzekeraars, beleggingsinstellingen, administrateurs, en noem maar op.
En wat te denken van het burgerlijk procesrecht? Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden hebben elk een eigen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daar zijn er dus vijf van.
Binnen het Koninkrijk der Nederlanden zijn er dus vijf rechtsstelsels. Deze vijf rechtsstelsels worden aangeduid als “regionale rechtsstelsels”. Er zijn dus vier landen binnen het Koninkrijk (Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland), maar wel vijf rechtsstelsels en vijf gebiedsdelen. Dat komt omdat de BES-eilanden weliswaar deel uitmaken van het staatsbestel van Nederland, maar toch eigen wetgeving hebben. Als het gaat om vragen van interregionaal recht worden de drie BES-eilanden gezamenlijk als één gebiedsdeel aangeduid, net zoals Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland gebiedsdelen zijn.
Hoe zit dat dan met de rechtspraak? Er is een gerecht in eerste aanleg van Aruba, een gerecht in eerste aanleg van Curaçao, een gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten en een gerecht in eerste aanleg van de BES-eilanden. Degene die in hoger beroep wil gaan van een vonnis van één van deze gerechten kan terecht bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De vier Caribische gebiedsdelen hebben dus één gemeenschappelijke appelrechter. Is daarna cassatie gewenst dan moet de stap naar de Hoge Raad in Den Haag worden gemaakt.
En hoe zit dat dan in Nederland? Nederland kent, kort gezegd, rechtbanken en gerechtshoven, met de Hoge Raad in Den Haag als hoogste rechter. De Hoge Raad is dus onze gemeenschappelijke rechter (de “Rijksrechter ”), en tevens de hoogste nationale rechter in (onder andere) burgerlijke zaken.
Overigens, als in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Caribische delen van het Koninkrijk over “buitenland” wordt gesproken, wordt bedoeld alles buiten Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden. Nederland valt hier dus in de categorie buitenland.
Het hele systeem roept uiteraard veelvuldig vragen op. Als er een geschil is waarbij meerdere regionale rechtsstelsels zijn betrokken, bij welke rechter moet je dan zijn (klik hier voor een voorbeeld)? En welk recht moet die rechter dan toepassen? En als de rechter uitspraak heeft gedaan in één van de gebiedsdelen van het Koninkrijk, kan die uitspraak dan in één van de andere gebiedsdelen ten uitvoer worden gelegd?
Deze en andere kwesties komen aan de orde in het recent verschenen boek Interregionaal privaatrecht van mr. G.C.C. Lewin. Het boek geeft een helder overzicht van de relevante regels als het gaat om het op een geschil toepasselijke recht en de vraag naar de bevoegdheid van de rechter om van een geschil kennis te nemen, en is aan de hand van de bestaande rechtspraak voorzien van tal van voorbeelden. Voor degenen die hier in de praktijk mee hebben te maken is het een onmisbaar boek.
Karel Frielink
(advocaat)
(15 augustus 2014)
.
Mr. G.C.C. Lewin, Interregionaal privaatrecht (Praktijkreeks IPR, deel 25). Uitgeverij Maklu. ISBN: 9789046606834
.