VAN TOP TOT TEPEL
Opening debuuttentoonstelling Wim van Asselen
Dames en heren!
“Wat je ziet, dat ben ik! ”, zei Wim afgelopen week tijdens een interview op de Curaçaose radio. De verslaggever probeerde er achter te komen of achter het werk van Wim misschien een diepere betekenis schuiltgaat. Een boodschap, of ten minste een thema.
Maar nee. Van een diepere betekenis of filosofische bespiegeling moest Wim niets hebben. Je ziet wat je ziet, en dat is het!
Een kunstenaar van de koude grond. Een autodidact die na een arbeidzaam leven van enkele decennia in maart 2013 gewoon is begonnen met schetsen en tekenen: potlood, houtskool, pastelkrijt en acrylverf. Zelfs op de smartphone kwamen creaties tot leven.
Maar Wim is ook iemand die openstaat voor kritiek. Die kritiek ziet als een aanmoediging. Het kan immers altijd beter. En iemand die zich blijft verbazen als anderen zijn werk positief waarderen. Op 20 juni 2014 schreef hij mij: “Ik blijf toch iedere keer weer verbeterpuntjes zien. Kan er niets aan doen. Het streven is naar perfectie. Of ik daar ooit kom ?? De tijd zal het leren. Als de reis er naartoe maar leuk blijft.”
En dan vandaag de debuuttentoonstelling. Niet omdat Wim daartoe een innerlijke drang voelde. Maar wel omdat mensen in zijn omgeving hem daartoe hebben aangespoord. Ik ook. En ook hier was zijn reactie nuchter. “Als ik daarmee anderen de kans geef ook plezier aan mijn werk te beleven, dan moest ik het maar eens proberen.”, zei hij.
Toen het ging over de persaankondiging van deze tenstoonstelling wilde Wim van mij weten wat daar dan in zou moeten staan. Ik adviseerde hem het kort te houden en er iets over zijn tekenstijl in te zetten. “Heb ik een stijl dan? ”, vroeg hij mij. Mijn antwoord: “Ik zou jouw tekeningen niet stijlloos willen noemen.”
En nu staan we hier. Van een deel van wat hier vandaag wordt tentoongesteld heb ik de wordingsgeschiedenis mogen meemaken. Trouw stuurt Wim mij met grote regelmaat schetsen en aanzetten daartoe, om te horen wat ik ervan vind. En dat doet hij bij nog enkele anderen ook. En Wim luistert ook echt. Zelfs mijn als grap bedoelde suggestie, Van Top tot Tepel, is de titel van deze tentoonstelling geworden.
Bij de opening van een tentoonstelling is het niet ongebruikelijk dat in enigszins esoterische termen over de kunstenaar en zijn werk wordt gesproken. Er wordt gewezen op de symmetrie in de kunstwerken of juist het ontbreken daarvan. Trekjes van de Renaissance en af en toe een vleugje Barok die in zijn werken zijn te ontdekken worden besproken, of een onverwacht moment waarop de kunstenaar zich een Romanticus toont.
Dat past niet bij Wim. Dat wil hij ook niet. Het gaat hem om de schoonheid van wat hij schept. Het plezier dat daaraan kan worden beleefd. En om de reis die hij als kunstenaar maakt.
Op 30 november 2014 schreef Wim mij: “Ik ben niet echt iemand die anderen in een hokje stopt. Hou er dus zelf ook niet van om zelf in een hokje gestopt te worden. Dat maakt het duiden van een stijl ook niet gemakkelijk.”
De kern van zijn werk bestaat uit portretten. Portretten die mij aanspreken door de emotie die er zo natuurgetrouw mogelijk in wordt gelegd. Portretten die je dwingen om meer bewust naar gezichten te kijken. En vooral naar de ogen. Die zijn voor mij binnen en buiten de kunst belangrijk.
It is in the eyes. Always in the eyes!
Een met Wim bevriende kunstenaar, de in 2005 op 86-jarige leeftijd overleden Lambertus (“Bart”) de Jong, heeft ooit eens tegen hem gezegd: “Al is de tekening of het schilderij nog zo goed, als de ogen niet kloppen, dan klopt er niets van.”
U moet maar met eigen ogen gaan kijken of de werken van Wim kloppen of niet.
En met deze woorden verklaar ik de tentoonstelling officieel voor geopend. Ik dank u voor uw aandacht.
Curaçao, 18 januari 2015
Karel Frielink
.
Klik hier voor meer informatie over de tentoonstelling.
Zie ook het Antilliaans Dagblad van 19 januari 2015, pagina 8