HUIZEN GEDWONGEN MET VERLIES VERKOCHT
Banken aansprakelijk?
Een particulier heeft hypothecaire leningen bij twee banken afgesloten. De hypotheken rusten op twee woningen die hij met dat geleende geld heeft gekocht. De eigenaar verliest zijn baan, kan de hypotheeklasten niet langer dragen en moet zijn woningen – gezien de enorme daling van de prijzen op de woningmarkt – met verlies verkopen. Hij bleef zitten met restschulden van meer dan € 300.000. Hij begint een procedure tegen beide banken en zegt dat sprake is van wanprestatie en onrechtmatig handelen van de banken; zij zouden in de (precontractuele) zorgplicht tekort zijn geschoten.
De rechtbank Rotterdam wijst de vorderingen af bij vonnis van 4 mei 2016 (ECLI:NL:RBROT:2016:3348). Enkele overwegingen van de rechtbank worden hier genoemd.
Wat de vordering tegen SNS Bank betreft overweegt de rechtbank dat niet wordt ingezien welk verwijt eiser SNS Bank kan maken met betrekking tot de door SNS Bank verstrekte hypothecaire geldlening. SNS Bank had aangevoerd dat de geldlening is verstrekt na een correcte toetsing van de verstrekte gegevens conform de destijds geldende normen. Dat er kritiek mogelijk is op de destijds geldende normen, brengt volgens de rechtbank niet mee dat SNS Bank onzorgvuldig handelde door de destijds geldende normen toe te passen.
Onder verwijzing naar de kredietdocumentatie overweegt de rechtbank dat SNS Bank ervan mocht uitgaan dat eiser de aan hem verstrekte documentatie en informatie, en de risico’s die hij nam, goed kon begrijpen en doorgronden. Eiser had een universitaire opleiding afgerond (rechten) en hij was werkzaam voor een financiële dienstverlener. Eiser werd bovendien geadviseerd door de door hem ingeschakelde tussenpersoon, Fiver B.V.
Eiser heeft gesteld dat het risico van een extreme daling van de woningprijzen in de verhouding tussen hem en SNS Bank voor risico van SNS Bank zou moeten komen. De rechtbank deelt dat oordeel niet:
De rechtbank is van oordeel dat uit de contractuele verhouding tussen partijen en de toepasselijke rechtsregels voortvloeit dat het risico van een extreme daling van de woningprijzen voor risico van eiser kwam. Immers, eiser heeft een som geld geleend bij SNS. Hij is ten opzichte van SNS de verplichting aangegaan om die som geld – met rente – terug te betalen. Of de door hem met die som geld gekochte woning in de tussentijd in waarde stijgt of daalt, staat daar in beginsel los van. Dat zou anders kunnen zijn indien een waardedaling aan SNS was te wijten, dan wel indien SNS ten tijde van het aangaan van de overeenkomst met eiser op de hoogte was van een op handen zijnde substantiële waardedaling van de woning, maar had verzuimd eiser daarover te informeren. Dat zich dergelijke bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, kan uit hetgeen is gesteld en gebleken echter niet worden afgeleid.
4.10.
De wijze waarop in 2008 en 2009 en voorafgaande jaren hypothecaire kredietverlening door SNS en andere banken en kredietverstrekkers plaatsvond, is waarschijnlijk een van de elementen geweest die een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van de prijzen op de huizenmarkt die zich tot 2008/2009 had voorgedaan. De prijs die potentiële kopers voor een woning kunnen betalen, is immers mede afhankelijk van de mate waarin en de voorwaarden waaronder kredietverstrekkers bereid zijn hypothecaire geldleningen aan kopers te verstrekken. Dat rechtvaardigt echter niet de conclusie dat SNS jegens eiser een precontractuele zorgplicht heeft geschonden en/of dat zij jegens eiser toerekenbaar is tekortgekomen, dan wel dat zich enige andere rechtsgrond voordoet die toewijzing van enig onderdeel van het gevorderde zou kunnen rechtvaardigen. Van overkreditering was naar de toenmalige normen (gedragscode) geen sprake. Feiten of omstandigheden die de conclusie zouden kunnen rechtvaardigen dat SNS wist of behoorde te weten dat de waarde van de door eiser aan te schaffen woning in korte tijd extreem zou dalen – zodat zij eiser daarvoor had behoren te waarschuwen en/of hem de verzochte hypothecaire geldlening had behoren te weigeren – zijn gesteld noch gebleken. SNS is de voor haar uit de contractuele relatie met eiser voortvloeiende verplichtingen nagekomen.Er heeft zich na het sluiten van de hypothecaire geldleningsovereenkomst weliswaar een wijziging van omstandigheden voorgedaan – de forse daling van de waarde van de woning – maar die komt in de contractuele relatie tussen partijen voor risico van eiser. Fluctuatie van woningprijzen vormt, zeer bijzondere omstandigheden – die zich in deze zaak niet voordoen – daargelaten, niet een omstandigheid die meebrengt dat de kredietverstrekker naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. In dit verband is van belang dat de enkele daling van de waarde van een woning niet meebrengt dat de aan de overeengekomen financiering verbonden lasten zwaarder gaan wegen. Dat gaat pas een rol spelen zodra de eigenaar van de woning deze wenst te verkopen of deze moet verkopen. Indien getoetst dient te worden aan de maatstaven van redelijkheid en billijkheid zal dus in ieder geval beoordeeld dienen te worden waar de na de waardedaling opgekomen wens of noodzaak om de woning te verkopen (met als gevolg het ontstaan van een restschuld) uit voortkomt.
Wat betreft de vordering tegen Rabobank overweegt de rechtbank dat niet valt in te zien welk verwijt eiser Rabobank kan maken. Rabobank had aangevoerd dat het door haar aan eiser verstrekte leningsbedrag, afgaande op de aan haar verstrekte informatie, verantwoord was. Eiser heeft dat niet weersproken. Verder blijkt uit de door Rabobank overgelegde stukken dat ook Rabobank eiser heeft gewaarschuwd voor de aan het aangaan van de hypothecaire geldlening verbonden risico’s. De rechtbank overweegt dat ook in de verhouding tussen eiser en Rabobank geldt dat eiser in financiële problemen is komen te verkeren als gevolg van de door hemzelf gemaakte keuzes en genomen risico’s. Niet valt in te zien, aldus de rechtbank, waarom de gevolgen daarvan voor rekening van Rabobank zouden moeten komen. De rechtbank verwijst verder naar hetgeen is overwogen ten aanzien van de rechtsverhouding tussen eiser en SNS Bank.
Karel Frielink
(10 mei 2016)
.