GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTING VAN RECHTSPERSONEN

Nieuwe bundel

Onder redactie van Harm van den Broek en Günther Rensen is recent de bundel ‘Grensoverschrijdende omzetting van rechtspersonen’ verschenen (Deventer: Wolters Kluwer 2018).

Het is een omvangrijke bundel met uiteenlopende bijdragen van civielrechtelijke en fiscale aard, maar ook met bijdragen over Europees recht, internationaal privaatrecht, sociaal recht en Belgisch recht.

Voor wat betreft de vanuit Nederlands perspectief als exotisch aangeduide omzettingen, heb ik voor deze bundel een hoofdstuk geschreven onder de titel ‘Civielrechtelijke aspecten van de grensoverschrijdende omzetting naar en vanuit de Caribische delen van het Koninkrijk’. Ik behandel daarin kort de nationale omzetting, het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, het concordantiebeginsel en – uiteraard – de grensoverschrijdende omzetting.

Een van de complicaties bij grensoverschrijdende omzetting van rechtspersonen is dat Aruba, Curaçao, St. Maarten, de BES-eilanden en Nederland ten opzichte van elkaar als ‘buitenland’ gelden. Om een voorbeeld te noemen: de statutaire zetel van een in Bonaire gevestigde NV of BV kan niet door middel van een statutenwijziging in die van Rotterdam worden gewijzigd; hetzelfde geldt voor vennootschappen gevestigd in een van de andere Nederlands Caribische jurisdicties. Een dergelijke NV of BV kan zich dus niet omzetten in een door Nederlands recht beheerste rechtspersoon. Het omgekeerde kan evenmin.

Wat nu wel mogelijk is, is dat de ‘Caribische’ vennootschap zich omzet in een rechtsvorm van een EU-lidstaat die de cross-border omzetting wel kent (bijvoorbeeld Spanje of Luxemburg), vervolgens een dochtervennootschap opricht in Nederland, waarna moeder en dochter downstream fuseren met als resultaat een Nederlandse vennootschap. Daarmee bereik je het gewenste resultaat, maar op een omslachtige manier. Het blijkt in de praktijk inmiddels ook mogelijk te zijn om een vennootschap vanuit bijvoorbeeld Luxemburg grensoverschrijdend om te zetten in een Nederlandse kapitaalvennootschap, zodat ook die route zou kunnen worden gevolgd. De aanvankelijke aarzelingen bij de Kamer van Koophandel en uit de notariële hoek, ingegeven door het ontbreken van een wettelijke regeling, lijken langzaamaan te verdampen.

Uiteraard doe ik in mijn bijdrage een voorstel tot aanpassing van de bestaande wetgeving.

Karel Frielink
(Advocaat, Partner)

(24 mei 2018)

.


.

Comments are closed.