HET MASKER VAN DE VRIJHEID
Gebondenheid is de norm
Het spook dat onder de naam Covid-19 (Corona) rondwaart leidt tot allerhande heftige discussies. In de discussie over de vraag of (en in welke gevallen) verplicht een mondkapje moet worden gedragen, wordt veelal gerefereerd aan het begrip ‘vrijheid’. Het verplicht moeten dragen van een mondkapje wordt als vrijheidsberoving gezien, althans minimaal als een inperking van ‘onze’ (fundamentele) vrijheid. Daar wordt dan geregeld tegen ingebracht dat bijvoorbeeld het verplicht moeten dragen van een helm op een motorfiets of een gordel in een auto ook een beperking van die vrijheid inhoudt. De gedachte achter dit soort beperkingen is een gewenst niveau van bescherming voor de betrokken persoon en/of anderen.
Een samenleving zonder een veelheid van burgers bindende voorschriften is (inmiddels) ondenkbaar. Er zijn (tien)duizenden regels waar wij ons als burgers aan moeten houden. Elke verplichting is in zekere zin een inperking van vrijheid. Maar begint dat niet reeds bij de toch vrij algemeen geaccepteerde norm dat we in een samenleving, waarin we allemaal onderdeel zijn van een gemeenschap van individuen, rekening moeten houden met anderen? Dat is een norm die wij onszelf (zouden moeten) opleggen, maar waarvan de naleving ook van ons wordt verwacht.
De discussie stemt tot nadenken over het begrip vrijheid. Totale vrijheid, in de zin dat elk individu in volle bewustzijn volledig zelf kan bepalen wat hij wel en niet doet, is niet goed denkbaar. Reeds eigenbelang noopt tot rekening houden met anderen, dus met een zekere beperking van de eigen vrijheid. Dat was al zo in de tijd dat de mens nog niet nadacht over het begrip vrijheid, en dat is vandaag de dag niet anders. In de loop van de geschiedenis zien we allerlei soorten regelmakers (stamhoofden, koningen, regeringen en noem maar op) die in meer of mindere mate de vrijheid van individuen aan banden hebben gelegd. Dat gebeurde onder meer in het kader van onderdrukking, maar evenzeer ter regulering en het bevorderen van een zekere maatschappelijke orde, als ter bescherming van burgers. In een wereld van ‘ieder voor zich’ moet je maar zien hoe je bijvoorbeeld je bezit beschermt, maar als je nu het slachtoffer bent van diefstal kun je aangifte doen, die (hopelijk) wordt gevolgd door opsporing en vervolging.
Onze vrijheid is ons dierbaar. En wij zijn bereid daarvoor te strijden. Maar leven in vrijheid is tegelijkertijd leven in gebondenheid. Het voortbestaan van de mens is mede afhankelijk van de mate waarin we regels naleven en van solidariteit met onze medemens. Wie zich op zijn of haar ‘vrijheid’ beroept zou goed moeten nadenken over wat die inhoudt, en welke grenzen daaraan moeten worden gesteld in de wereld waarin we leven, maar vooral samen-leven. Bedacht moet worden dat we de vrijheid die we genieten hebben te danken aan de samenleving waarin we leven. Aan leden van die samenleving mag een bijdrage worden gevraagd als het gaat om de bescherming van de groep. De kernvraag op dit moment is dan ook of je helemaal zelf zou mogen kiezen of je wel of geen risico vormt voor de gezondheid en zelfs het leven van je medemens. Kies je voor de groep of exclusief voor wat je als jouw vrijheid ziet?
Ten slotte nog een gedachte voor diegenen die wel een masker dragen en die zich wel laten vaccineren, maar voor ‘schaap’ worden uitgemaakt. Een schaap is een kuddedier, vergelijkbaar met mensen die deel (willen) uitmaken van een mensengemeenschap. Als de kudde wordt bedreigd, proberen schapen als groep te overleven. Vergelijkingen gaan (bijna) altijd ergens mank, maar in dit geval zou ik het etiket ‘schaap’ als een compliment beschouwen!
Karel Frielink
(advocaat)
(12 augustus 2021)
.
Sir Hugh Wooding, Chief Justice of Trinidad and Tobago:
“My first observation is that individual freedom in any community is never absolute. No person in an ordered society can be free to be antisocial. For the protection of his own freedom everyone must pay due regard to the conflicting rights and freedoms of others. If not, freedom will become lawless and end in anarchy. Consequently, it is and has in every ordered society always been the function of the law so to regulate the conduct of human affairs as to balance the competing rights and freedoms of those who comprise the society.“
Source: Court of Appeal Trinidad & Tobago 27 January 1967 (West Indian Reports / Volume 12 / Collymore And Abraham v The Attorney-General – (1967) 12 WIR 5).
.