UIT DE KLASSIEKE JURIDISCHE DOOS (I)
Over juweeltjes uit literatuur en rechtspraak
Met enige regelmaat stuit ik op (soms wat oudere of buiten Nederland gepubliceerde) juridische teksten die interessant zijn maar waarvan je aanvoelt of minimaal vermoedt dat die zelfs in de juridische wereld niet algemeen bekend zijn. Ik heb mij voorgenomen er zo af en toe op mijn weblog aandacht aan te besteden. Vandaag de eerste twee juweeltjes, waarvan ik de vindplaats onderaan heb geplaatst.
Processuele chicanes
Dat er schuldenaren zijn die chicaneren om onder hun verplichtingen uit te komen is een al eeuwenoud probleem. Gewezen wordt hier op het door mej. Menkman (een kantoorgenote van mij op mijn eerste kantoor, ruim drie decennia geleden) besproken Decreet van de Prefect van Egypte, Valerius Eudaimon, dat dateert van tegen het midden van de tweede eeuw.
Hier volgt een citaat van een deel van het Decreet in de zo letterlijk mogelijke vertaling van Menkman, waarbij wordt ingegaan op de praktijk van (bepaalde) schuldenaren om schuldeisers van een strafbaar feit te beschuldigen om zo te trachten onder hun schuld uit te komen:
“for when anyone against whom an action for the payment of a debt has been brought and who has not immediately denied that he owes, that is to say, has not immediately declared that the contract is falsified and written that he will accuse, (afterwards) tries to charge with forgery or knavery or fraud, this kind of trick shall be of no use to him at all, but he shall be compelled to pay at once what he owes;”
Een dergelijke beschuldiging moest door de schuldenaar dus direct aan het begin van de (civiele) zaak als verweer worden aangevoerd, op straffe van verlies van dit verweer. Het in een later stadium voeren van dit verweer werd als chicaneus aangemerkt. Was sprake van een valse beschuldiging dan was het gevolg dat de schuldenaar direct moest betalen wat hij verschuldigd was, terwijl hij ook rekening moest houden met bijkomende straffen.
Pacta sunt servanda
Belofte maakt schuld, aldus een bekende uitdrukking. Afspraken (overeenkomsten) moeten worden nagekomen. Tijdens de rechtenstudie leren we de variant in het Latijn: Pacta sunt servanda. Maar al te gemakkelijk wordt (soms) gedacht dat deze uitdrukking (als zodanig) wel is terug te vinden in het (klassieke) Romeinse recht. En dat is niet juist. Hier volgt een citaat uit een publicatie van mijn leermeester Romeins recht.
Prof. Eltjo Schrage schrijft: “Whatever the Roman jurists believed about the enforceability of agreements, they did not phrase their belief in terms of pacta sunt servanda. The wording dates to Pope Gregory IX (circa 1170‒1241), who included it in his collection of Decretals, prepared by Raymundus de Peñaforte and published in 1234 (X 1.35.1).”
Karel Frielink
(advocaat/rechtswetenschapper)
(27 juni 2022)
.
Bronnen
A. Menkman, ‘The Edict of Valerius Eudaimon, Prefect of Egypt’, in: M. David, B.A. van Groningen en E.M. Meijers (red.), Symbolae ad jus et historiam antiquitatis pertinentes Julio Christiano van Oven dedicatae, Leiden: E.J. Brill 1946, p. 191-210.
E.J.H. Schrage, ‘Bare pacts are not enforced by actions. With an edition of the commentary to this rule and the exceptions thereto by Symon Vicentinus’, in: Łukasz Jan Korporowicz and Dagmara Skrzywanek-Jaworska (eds.), Cui bono?: księga jubileuszowa dedykowana Profesor Annie Pikulskiej-Radomskiej, Łódź: Uniwersytet Łódzki 2020, p. 517-530.
Zie ook reeds E.J.H. Schrage, ‘An pacta paenitenda necnon servanda sint. Spijt en andere (economische) zwakheden voor het forum van het contractenrecht’, Vermogensrechtelijke Analyses 1 (2008), p. 47-94.
.
.