STOELENDANS EN CORPORATE GOVERNANCE
Circulaire bestuurscultuur
Een onderwerp dat al geruime tijd warme belangstelling geniet is ‘corporate governance’, ook wel als ‘good corporate governance’ aangeduid. In mijn monografie Kort begrip van het Nederlands Caribisch rechtspersonenrecht (2017) wordt het onderwerp primair vanuit de juridische optiek besproken. Het gaat daarbij om deugdelijk bestuur, deugdelijk toezicht én (bij rechtspersonen die geen stichting zijn om) deugdelijke invloed van de algemene vergadering. En dit alles tegenwoordig ook in relatie tot de maatschappelijke omgeving waarin de rechtspersoon functioneert. Het gaat dus niet alleen om goed bestuur in enge zin, dat wil zeggen om hoe het bestuur van een rechtspersoon functioneert. Het gaat om het – intern en in de maatschappelijke context – functioneren van alle organen van een rechtspersoon, dus om het bestuur, de Raad van Commissarissen (of Raad van Toezicht) en (als die er is) de algemene vergadering van leden of aandeelhouders. Dit betreft zowel commerciële rechtspersonen (zoals de NV, BV, commerciële vereniging, commerciële stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij) als de niet-commerciële rechtspersonen (denk aan de sportvereniging).
Het functioneren van de genoemde organen kan en dient intern, dus binnen de rechtspersoon, te worden geëvalueerd en beoordeeld, maar kan ook in aansprakelijkheidsprocedures of in enquêteprocedures aan de orde komen. Wat dat laatste betreft dienen degenen die van de organen van de rechtspersoon deel uitmaken rekening te houden met de mogelijkheid dat hun doen en laten ook in het publieke domein wordt beoordeeld en mogelijk zelfs veroordeeld (met eventueel gezichtsverlies als gevolg), bijvoorbeeld in relatie tot milieuvervuiling of naar aanleiding van de publiciteit die aan rechtszaken kan zijn verbonden (denk aan een overnamestrijd die via het enquêterecht wordt uitgevochten).
De bekende filosoof en econoom Adam Smith had het in zijn An Inquiry into the Nature And Causes of the Wealth of Nations (1776) al over managers van vennootschappen die zelf géén kapitaalverschaffer waren, en hij stelde dat van hen niet verwacht kon worden dat zij de belangen van de kapitaalverschaffers zouden behartigen op een wijze als ging het om hun eigen geld. In die analyse is al een van de kernelementen van corporate governance te herkennen: het omgaan met belangen van anderen. Heden ten dage gaat het daarbij ook om meer algemene maatschappelijke belangen, zoals inclusiviteit, naleving van mensenrechten in de productieketen (denk ook aan kinderarbeid) en maatregelen ter voorkoming van milieuvervuiling.
Recent werd in een rechterlijke uitspraak het enkele jaren terug door mij bedachte begrip “circulaire bestuurscultuur” genoemd (Gerecht in Eerste Aanleg Curaçao 21 juli 2022, CUR202202828). Mijn uitleg op hoofdlijnen is als volgt, al zijn uiteraard varianten denkbaar. Van een circulaire bestuurscultuur is onder meer sprake in het geval dat leden die terugtreden uit het ene orgaan van de rechtspersoon (zeg het bestuur) (direct) worden benoemd in een ander (toezichthoudend) orgaan, en na een tijdje in omgekeerde richting, zodat van een gezonde bestuurscultuur geen sprake is. Steeds duiken dezelfde namen en gezichten op. In het verleden noemde ik dat ook wel een soort stoelendans zonder nieten. Uit het eerste deel van de term “circulaire bestuurscultuur” volgt dat als het ware sprake is van een gesloten kringloop. In een dergelijke kringloop gaat het veelal om wat wel wordt genoemd ‘friends & family’: een kleine groep personen die elkaar de bal toespeelt bij het verdelen van functies en in het verlengde daarvan (vooral lucratieve) opdrachten. Bij een dergelijke cultuur zijn er nauwelijks of geen ‘checks & balances’ en ontstaat al snel een gecorrumpeerde sfeer. Een dergelijke circulaire bestuurscultuur is evident in strijd met de beginselen van good corporate governance.
Karel Frielink
(advocaat/rechtswetenschapper)
(25 juli 2022)
.
Ps 1
Dat het begrip in de uitspraak werd genoemd vindt zijn verklaring hierin, dat mijn kantoorgenoot mr. Maris bij de zaak was betrokken en ik het begrip met hem had besproken.
Ps 2
Begin 2023 verschijnt de tweede druk van mijn monografie bij Wolters Kluwer, maar dan onder de titel Kort begrip van het Nederlands Caribisch en Surinaams Rechtspersonenrecht.
.