DE INCORPORATIELEER
Aspecten van de incorporatieleer in de Caribische delen van het Koninkrijk
Onder de direct hierboven genoemde titel verscheen recent een bijdrage van mijn hand in het WPNR (7465/2024, p. 409-417).
Aan de orde komen onder meer de aard van de incorporatieleer (incorporatierecht), stemrecht en (stemmen in strijd met) stemovereenkomsten, (grensoverschrijdende) juridische splitsing, het enquêterecht en oprichtersrechten bij de Stichting Particulier Fonds.
De incorporatieleer is onderdeel van het internationaal en het interregionaal privaatrecht. In de praktijk worden voor het leerstuk dat leidt tot toepassing van het incorporatierecht (de lex incorporationis) diverse termen gebruikt: incorporatieleer, incorporatiestelsel, organisatiestelsel, oprichtingsleer en stelsel van de statutaire zetel. Kenmerkend voor dit leerstuk is dat het recht van het land van de statutaire zetel van een rechtspersoon van toepassing is op vraagstukken die samenhangen met de aard (het wezen) en de organisatie van de rechtspersoon. Dat laatste wordt ook wel aangeduid met de term inwendig bestel.
Het kan daarbij gaan om het recht op basis waarvan de rechtspersoon is opgericht, en dus het recht van het land waar met de oprichting de statutaire zetel is gevestigd, maar ook om het recht van het land waar de statutaire zetel zich op een later moment (bijvoorbeeld na een grensoverschrijdende omzetting, ofwel zetelverplaatsing) bevindt. In welk land de rechtspersoon kantoren of activiteiten heeft is in dit verband niet relevant. Evenmin is relevant of de rechtspersoon een nauwe of veel nauwere band met een ander land heeft. Bepalend is het recht van het land waar de rechtspersoon zijn statutaire zetel heeft of had ten tijde van de juridische kwestie die partijen verdeeld houdt, bijvoorbeeld de vraag of een bepaald besluit van het bestuur of de algemene vergadering rechtsgeldig is genomen.
In mijn bijdrage wordt op grond van literatuur en rechtspraak ingegaan op de aard en reikwijdte van de incorporatieleer en komen enkele onderwerpen in het bijzonder aan de orde. Wat er speelt in ‘de’ Caribische praktijk en vraagstukken die naar het recht van Nederland niet spelen, zijn de selectiecriteria voor deze bijzondere onderwerpen geweest.
Karel Frielink
(advocaat / rechtswetenschapper)
(9 juli 2024)
.
.