AANDELEN ZONDER NOMINALE WAARDE

Enkele kwesties uit de dagelijkse praktijk

Het fenomeen aandelen zonder nominale waarde roept soms vragen op. Kennelijk is het niet voor iedereen duidelijk wat je bijvoorbeeld wel en niet in de statuten moet opnemen. Recent zijn enkele vragen in het kader van Boek 2 Burgerlijk Wetboek van St. Maarten gerezen en door mij bestudeerd, maar de analyse hieronder is ook van toepassing op de andere Nederlands Caribische jurisdicties. En dat geldt in beginsel ook voor het nieuwe Boek 2 BW van Suriname, dat nog in werking zal treden. In dat wetboek is wat vennootschappen betreft alleen de naamloze vennootschap (NV) opgenomen en niet de besloten vennootschap (BV), omdat er geen behoefte bestaat aan twee nagenoeg gelijke rechtsvormen.

Wat zijn aandelen met en zonder nominale waarde? Zonder het al te ingewikkeld te maken komt het neer op het volgende.

De nominale waarde is in de eerste plaats een rekeneenheid of maatstaf. De nominale waarde is een getal uitgedrukt in een bepaalde valuta (Gulden, Euro, USD etc.). De nominale waarde van een aandeel wordt in de statuten van de vennootschap vastgelegd en drukt in samenhang met het aantal uitgegeven aandelen uit voor welk deel (percentage) dat aandeel is vertegenwoordigd in het totale eigen vermogen: zijn er 5 aandelen uitgegeven van elk nominaal 8 gulden, dan vertegenwoordigt ieder aandeel 20% van het eigen vermogen van de vennootschap en vertegenwoordigt ieder aandeel 20% van het stemrecht. In dit voorbeeld heeft ieder aandeel ook recht op 20% (1/5) van de winst. De aandelen hoeven niet allemaal dezelfde nominale waarde te hebben en zelfs niet in dezelfde valuta te luiden. Dat een aandeel een nominale waarde van bijvoorbeeld 8 gulden heeft, zegt niets over de waarde van dat aandeel in het economisch verkeer. De waarde van een aandeel wordt in de kern bepaald door de waarde van de vennootschap en marktwerking (het mechanisme van vraag en aanbod). De nominale waarde van 8 gulden houdt in dat bij uitgifte van dat aandeel daarop minimaal 8 gulden moet worden gestort door de verkrijger van het aandeel.

De nominale waarde is dus een hulpmiddel of rekeneenheid ter bepaling van de winstuitkering en de uitoefening van het stemrecht, maar is onder meer ook van belang voor de stortingsplicht.

Aandelen uitgegeven door een NV of BV hoeven geen nominale waarde te hebben. Worden aandelen zonder nominale waarde uitgegeven dan wordt bij de uitgifte de tegenprestatie vastgesteld: die kan dan in beginsel elk willekeurig bedrag bedragen. Als de statuten geen andere regeling bevatten, delen deze aandelen gelijkelijk in de winst en in het liquidatiesaldo, en komt aan ieder aandeel evenveel stemrecht toe. Uitgangspunt van Boek 2 BW is immers dat aan aandelen (niet aan aandeelhouders) gelijke rechten zijn verbonden. De statuten kunnen een andere regeling bevatten: de mate waarin bijvoorbeeld in de winst wordt gedeeld zal dan op een andere wijze moeten worden vastgesteld, bijvoorbeeld in de vorm van een percentage. De mogelijkheid aandelen zonder nominale waarde uit te geven heeft mogelijk als voordeel dat de vennootschap daardoor aantrekkelijker is geworden voor personen afkomstig uit jurisdicties die ook aandelen zonder nominale waarde kennen.

Dan nu de kwesties die recent aan mij werden voorgelegd naar aanleiding van advisering door een juridische professional met betrekking tot de inhoud van statuten van een in St. Maarten op te richten BV.

Aanvankelijk werd de stelling ingenomen dat het bij een BV helemaal niet mogelijk is om aandelen zonder nominale waarde uit te geven. Die stelling is onjuist, en dat blijkt reeds wanneer we de wet lezen.

Artikel 2:201 lid 4 BW-SXM: “Heeft de vennootschap bij de oprichting een nominaal kapitaal, dan wordt bij de toepassing van het tweede en derde lid, het bedrag daarvan als ondergrens in aanmerking genomen.” Het ‘heeft’ duidt erop dat het dus niet zo hoeft te zijn.

Artikel 2:202 lid 2 BW-SXM: “De statuten kunnen bepalen dat er verschillende soorten aandelen zijn. Zij kunnen aan een of meer soorten een nominale waarde toekennen. De nominale waarde kan in een of meer vreemde muntsoorten worden uitgedrukt, met dien verstande echter dat per soort aandeel steeds dezelfde muntsoort wordt gebruikt.”

Artikel 2:301 lid 3 BW-SXM: “Aan de akte van omzetting wordt een omzettingsbalans gehecht. Bij omzetting in een naamloze of besloten vennootschap mag het getoonde eigen vermogen niet negatief zijn. Heeft de vennootschap waarin de rechtspersoon wordt omgezet een nominaal kapitaal dan mag het eigen vermogen niet lager zijn dan dat nominaal kapitaal.”

Het hebben van een nominale waarde is dus niet verplicht. De wet is daar glashelder over.

Vervolgens werd gesteld dat het uitgeven van aandelen zonder nominale waarde gevolgen heeft voor de aandeelhouders en voor het bestuur van de vennootschap. Wat daarmee wordt bedoeld is niet duidelijk gemaakt. Tenzij de statuten een afwijkende regeling bevatten, zijn aan alle aandelen dezelfde rechten verbonden. Dat maakt het niet moeilijker of ingewikkelder dan wanneer alle aandelen dezelfde nominale waarde hebben. Dit is derhalve geen argument tegen het uitgeven van aandelen zonder nominale waarde.

Verder werd de stelling ingenomen dat als de aandelen geen nominale waarde hebben, de waarde van die aandelen zal afhangen van de gepercipieerde marktwaarde van het bedrijf, in plaats van een nominale waarde. Deze stelling duidt er op dat de betrokken professional niet goed weet wat de nominale waarde van een aandeel inhoudt. De nominale waarde zegt immers niets over de reële (intrinsieke) waarde van het aandeel. Deze kan hoger of lager zijn, afhankelijk van de financiële situatie waarin de vennootschap verkeert. Hoe hoog is bijvoorbeeld de uitkering aan aandeelhouders als de vennootschap zou worden geliquideerd? Ingeval het voornemen bestaat aandelen te verkopen zal de waarde mede afhangen van de gekozen waardeberekeningsmethode (rendement op vermogen; uitgekeerde plus verwachte dividenden; boekwaarde vermogensbestanddelen). Zijn de aandelen beursgenoteerd dan bepaalt ‘de’ markt de waarde (de prijs die een koper op dat moment bereid is te betalen). Kortom: nominale waarde en waarde in het economisch verkeer moeten goed van elkaar worden onderscheiden en begrepen.

Als wordt gekozen voor aandelen zonder nominale waarde dan zouden, volgens de betrokken professional, in de statuten bijzondere bepalingen moeten worden opgenomen met betrekking tot voorkeursrechten, maar ook andere beperkingen inzake de overdracht van aandelen, bescherming, kapitaalstructuur van de B.V. enzovoort. Ook deze stellingname is fundamenteel onjuist. De wet voorziet in alle belangrijke onderwerpen, maar er kan natuurlijk altijd voor worden gekozen om bijzondere bepalingen op te nemen. Maar dat dit vereist is, zoals wordt gesuggereerd, is onjuist.

Ten slotte werd gesteld dat als ondanks alles toch voor aandelen zonder nominale waarde zou worden gekozen, gebruik zou moeten worden gemaakt van een NV in plaats van een BV, omdat de NV meer flexibel is. Ook hier wordt de plank behoorlijk misgeslagen. Niemand is verplicht mijn handboek te bestuderen, maar er mag toch minimaal worden verwacht dat de wet wordt bestudeerd om te voorkomen dat onjuiste adviezen worden gegeven.

Karel Frielink
(advocaat / rechtswetenschapper)

(11 september 2024)

.

.

Comments are closed.